VISIE

Landelijk is het doel gesteld om in 2030 49% CO2-reductie te realiseren. Dit is een flinke opgave. Deze Transitievisie Warmte beschrijft onze visie met hoe we als Berkeland gaan bijdragen aan de landelijke opgave.

Gemeente Berkelland wil de warmtetransitie realistisch, haalbaar en betaalbaar houden voor iedereen. We willen duidelijkheid geven aan onze inwoners, maar ook eerlijk zijn dat we nog niet alle oplossingen hebben. We willen acties stimuleren, zonder mensen te dwingen. We gaan dus uit van de bereidheid van inwoners om op natuurlijke momenten een duurzame keuze te maken. De gemeente gaat actie ondernemen, maar rekent ook op initiatief uit de samenleving.

Actie nemen op vier sporen

Onze aanpak steunt op vier sporen van actie, zoals hieronder weergegeven. Met deze aanpak streven wij ernaar 20% minder aardgas te verbruiken in 2030. Aan elk spoor is een meetbaar subdoel gekoppeld. Deze is gelinkt aan een eerste stap. Per spoor wordt het doel, de acties en onderbouwing beschreven.

  1. Energiebesparing is de belangrijkste eerste stap in onze aanpak. Eerst warmtegebruik verminderen, dan pas over op duurzame bronnen. Hier ligt momenteel onze focus al op en dit zetten we onverminderd voort.

  2. Voor de collectieve oplossingen willen we de haalbaarheid van warmtenetten in Borculo, Eibergen en Ruurlo onderzoeken in 2022, zodat we snel duidelijkheid kunnen geven aan de inwoners. Als we hier duidelijkheid over hebben kunnen we de volgende stappen formuleren.

  3. Individuele oplossingen zijn al mogelijk, maar wij willen eerst de nadruk op besparen leggen. Wij moedigen initiatief van gebouweigenaren die wel al over willen op een individuele warmteoplossing aan. Daarom gaan we voor dit spoor eerst informeren en inspireren.

  4. Buurtiniatieven moedigen wij aan. Zo kunnen kleinschalig collectieve warmtenetten worden gerealiseerd. De gemeente stelt zich hiervoor reactief op: initiatieven gaan wij ondersteuning aanbieden. Deze ondersteuning gaan wij verder uitwerken.

Momenteel hebben we in Berkelland nog niet de kaders, financiële instrumenten en oplossingen hebben om aardgasvrij te worden voor 2050. Hiervoor zullen morgen middelen moeten worden vrijgemaakt door de gemeente, de provincie en/of het rijk. We starten met dingen die we wel kunnen doen, vanuit daar kijken we verder hoe we de route richting 2050 vormgeven. De warmtetransitie blijft een bewegend dossier, waarin we ons adaptief en flexibel opstellen.

Toelichting op ambitie en monitoring spoor 1

De gemeente sluit aan op de landelijke ambities uit het Klimaatakkoord. De hoofdambitie is 49% minder CO2-uitstoot in 2030 (t.o.v. 1990). Dit gaat over alle sectoren en niet alleen over warmte en is daarom geen doelstelling voor de TVW.

In het klimaatakkoord zijn per sector aparte doelstellingen vastgesteld. Voor woningen geldt dat in 2030 20% van de bestaande woningen verduurzaamd moet zijn. Wij willen eerst flink inzetten op energiebesparing en niet direct op aardgasvrij maken. Het gaat ons dus niet om het aantal woningen, maar het totale effect op de energievraag. Daarom vertalen we deze  doelstelling naar 20% minder gasverbruik (t.o.v. 2018) in de gebouwde omgeving. Dit geldt zowel voor woningen als utiliteitsbouw. Voor woningen is deze ambitie haalbaar, zie ook energiebesparing.

Wij kiezen voor referentiejaar 2018, omdat het om de bestaande bouw gaat. Sinds juli 2018 wordt nieuwbouw aardgasloos opgeleverd, deze gebouwen zijn dus niet relevant voor de ambitie aardgasvrij.

Voor monitoring van deze ambitie wordt de klimaatmonitor gebruikt. Hierin staan veel gegevens over het verbruik op gemeenteniveau. Hoe deze monitoring vormgegeven wordt valt buiten de vaststelling van deze TVW. Dit wordt in het vervolgtraject uitgewerkt.